Oke. Ik ga hier even uit de kast komen. Wat? Nee, niet zo! Volgens Facebook heb ik zelfs een vriendin (jeej! Oh, en dat klopt ook hoor, een hele mooie, lieve, slimme en lange zelfs). Maar er is wel dit: ik speel namelijk Ingress. Say what?
Oud-collega Patriek was als eerste van ons verslaafd aan Ingress, een Virtual Reality-spelletje, en toen midden 2014 ook eindelijk de iOS versie uitkwam voor iPhone-gehandicapten zoals ik (want zo zien die Google/Android-menschen ons natuurlijk) was het ook mijn beurt om de wonderen van Niantic Labs (eh, Google, dus) te aanschouwen. Een tijdje later kwam collega Roel ook meespelen. Om me vervolgens dubbel en dwars in te halen qua behaalde levels, punten, badges en wat er nog maar meer in het spel te behalen valt 🙂
Maarwatishet? Het is een spelletje op je telefoon. Het is een wereld die eigenlijk niet echt bestaat. Niet gek voor een spel, op zich. Toch is er een verschil met “normale†games: je moet namelijk naar buiten! Iep! Je moet zelfs bewegen! Holy guacamole, Batman! Als je de applicatie opstart zie je namelijk een kaart met straten (powered by Google Maps natuurlijk) en eventueel blauwe, groene of grijze punten of zelfs hele blauwe of groene velden. Bewegen op die virtuele kaart doe je… door te lopen! Ja, leg dat maar even aan een die-hard gamer uit, dat je niet met het bewegen van je mobiele telefoon of joystick of met een stel toetsen van je toetsenbord je door het speelveld kunt bewegen.
Dan de eerder vermelde punten, of eigenlijk: portals. Die kunnen blauw of groen zijn (van een bepaald team, want Ingress is eigenlijk een soort Catch-The-Flag) of grijs voor neutraal. En de theorie achter die portals is dat ze speciaal zijn: herkenningspunten, attracties, kunstwerken, historische gebouwen. En zo ontdek je plekjes (start Zemire et Azor-muziekje) die je normaal niet had gezien. Wist ik veel dat er een “Madonna Aan De Muur†hing aan de Koninginneweg. Dat Independer zit gevestigd in een oud gebouw dat vroeger de “Snelliusschool” was. Een winkeltje genaamd “Heksenbalâ€? Altijd voorbij gelopen zonder het ook maar een blik waardig te gunnen.
Over dat bewegen: alhoewel je kunt “cargressen†of “traingressen†werkt het spelletje het beste als je loopt of fietst. Waarbij je dus wel moet opletten dat je niet tegen een paal loopt of onverhoopt tegen een auto aanfietst (ik noem geen namen, maar je weet wie je bent). En als je een beetje fanatieke speler bent is dat best wel goed voor je conditie en vooral ook voor de lijn. Zo kan het zijn dat er al een hele groep IT’ers loopt te Ingressen die net iets slanker en/of bruiner oogt dan voorheen normaal voor ze was, omdat ze ook daadwerkelijk buiten komen en bewegen. En die (maar dat is vooral spelstrategie) ook nog eens sociaal contact lijken te hebben. Oke, vooral met elkaar, maar het is in ieder geval iets.
Maar goed, een hele lap tekst gaat je niet laten zien hoe dat spelletje er nou uitziet. Een flitsend en veel beter dan het spel zelf vormgegeven promotiefilmpje met de stereotiepe Aziaat-met-een-bril doet dat wel:
Ingress zelf eens proberen? Te vinden in de Google Play Store of de Apple App Store.