Ja, ik had ook een homepage

Grappig. Ik werd er eerder vanavond door iemand aan herinnerd hoe leuk het soms is om een eigen website te hebben. Van ongeveer 1998 t/m 2002 had ik (eerst in m’n eentje en daarna samen met Rasmus Isaksen uit Noorwegen) de Toto Goin’ Homepage (haha, snapt u hem. Goin’ Home en Homepage, bwoehahah… uche. uche.) In het begin een lekker simpele website (want ik was zelf maar met 56k aan het inbellen bij NET of Demon Internet) en later wel wat zwaarder (want toen had ik Chello of Demon/XS4ALL ADSL – een betere website begint bij jezelf).

U snapt het al, een fansite over de Amerikaanse rockband Toto, waar ik sinds ongeveer 1993 al aandachtig naar luister en later ook trouw concerten van ben gaan bezoeken. (Later zijn hier legio andere Rock, Pop, Alternatief, Hardrock, Gothic, Metal, Classic Rock en weet ik veel wat interesses bijgekomen, maar Toto was de eerste).

We kregen CD’s toegestuurd van o.a. het Mecca project van Fergie Frederiksen, om alvast te recenseren voor de website, en allerlei mensen stuurden mij foto’s toe om in te scannen en eventueel op de website te gebruiken (en dan bedoel ik niet alleen twee portretfoto’s van iemand uit Enschede, maar ook gewoon iemand uit Texas die mij even een heel fotoalbum toestuurt).

Naast de website was ik ook nog druk met Toto bezig op de toen nog actieve Mailinglist. Daar kwam ik ook met vele Nederlandse fans in contact, die mij o.a. konden voorzien van een uitgebreide MP3 collectie, mijn mond deden openvallen met een enorme collectie foto’s en video’s verzameld over de jaren of mij een backstage pas in de handen konden drukken zodat ik opeens in Ahoy’ naar de achterkant van het podium werd getrokken. Mensen waarmee ik jaren later nog wel eens mail of krabbel. (Zo is een oude Totofiel tegenwoordig auteur van een handige tool genaamd Hitman Pro. Nu draai ik alleen geen Windows, maar Linux en Mac OS X, maar het gaat om het idee).

Fast forward naar 2007. Ik ben net klaar met mijn sollicitatiegesprek bij de Publieke Omroep (en sorry, ik had toen mijn [x] Ongeschikt t-shirt nog niet, anders had ik hem wel even aangetrokken) en hoor iemand met een hoge piepstem ‘Rriieeeemeeer’ roepen. Uit een hoekje van de Peperbus komt mede-Totofiel Willemijn tevoorschijn, die dan al bij NPO ICT blijkt te werken. De Toto website heb ik al jaren niet meer, de mensen die ik erdoor heb leren kennen kom ik nog bijna dagelijks tegen.

Lente, zomer, en de rest

Tim en Anne

Het huwelijk van Tim en Anne dus. Ik kan het niet anders zeggen, een prachtige en indrukwekkende ceremonie, met als enige smet een ambtenaar van de Burgerlijke Stand die toch enigszins afweek van het gewenste scenario (ik zal er niet teveel over uitwijden, maar het was iets over lente, zomer, etc. In het kort kwam het erop neer dat als je net getrouwd bent het heel erg leuk is, en alles daarna alleen maar achteruit kan gaan. En bedankt!) Verder veel emotionele speeches, lekker eten, een mooi moment met het oplaten van de DreamFlyer lampions en een knallende afsluiting met een heuse vuurwerkshow (en het was nog lang onrustig in Rijsbergen). Wat plaatjes.

Een huwelijksfeest levert bijna altijd een weerzien met oude bekenden op. Aangezien Tim en ik op dezelfde school hebben gezeten en hetzelfde bedrijf hebben gehad ontkom je daar hier zeker niet aan. Tanne heeft nog steeds dezelfde streken (constatErik), Lennart is nog steeds Lennart (we hebben het nog steeds over dezelfde vlekken) en Arno en ik zijn het na lang beraad met elkaar eens dat we op lange vrouwen vallen (dat Jolanda, Arno’s vrouw, en 1,75m naast ons stond, hielp denk ik mee). Later op de avond komt zelfs oud-ThinkQuest’er Zane nog uit Stuttgart aanrijden, en staat truelogiX-collega Marina met haar dochter ook opeens voor mijn neus.

Het door mij zo onschuldig geachte Zundert valt gelijk van zijn voetstuk, als ik vanaf de Belgische grens het dorp binnenrijd en daar gelijk twee borden zie staan voor een seksclub. ‘s Avonds rijd ik weer via Belgie terug en tank bij het Shell station op Hazeldonk-Oost. Nadat ik mij langs een Franse vrachtwagen wurm, krijg ik van de kassamedewerker een Efteling folder en 14 Eftelingzegels in mijn handen gedrukt.

“Pomp 13? Ah, de gelukspomp. Nou, het treft meneer, u krijgt extra Eftelingzegels!”

Lachend kijkt Pardoes de Tovernar me aan vanaf de paarse folder. Dit moet gewoon een slechte grap zijn.

Blue Velvet

“Wist je dat Siebren en Leonie gaan trouwen?”

Ik voel me aangesproken want mijn tweede naam is Siebren. Ik ken echter geen Leonie, dus ik kijk Jeff een beetje schaapachtig aan (daar ben ik goed in). Jeff is op zijn beurt ook goed in schaapachtig kijken en kijkt mij dus ook wat lamlendig aan – zijn kamer had op dat moment net zo goed een weiland kunnen zijn. Snel realiseer ik me echter dat het om oud-klasgenoot en vriend Wiegel gaat. Hij is van het groepje mensen waar ik op de Middelbare School wel vaak mee om ging de eerste.

Dat was vorig jaar. Dit jaar is het de beurt aan de volgende: oud-klasgenoot, ex-zakenpartner, vriend en tegenwoordig mede-Mediapark bewoner Tim. Aanstaande vrijdag togen we ‘s middags (gelukkig, lekker uitslapen) richting Zundert en Rijsbergen om de trouwerij van deze grote blonde knuffelbeer met zijn Anne bij te mogen wonen. Ik wens ze alvast vanaf deze plek heel veel geluk toe, mocht er vrijdag teveel drank in gaan (nee, ik ben geen alco).

2 weken later zijn Edwin en Linda aan de beurt, vorige maand waren Marco en Monique ze al voorgegaan. Het is blijkbaar besmettelijk. Heeft er iemand pillen bij zich?

(Ik kan het toch niet laten. Hier toch maar een linkje naar het briljante filmpje van Tim en Anne).

Prutsersdag

Het is vandaag (de laatste vrijdag van juli) weer SysAdminDay, en met dank aan een zekere rode omroep mochten we vanochtend weer genieten van een stuk vlaai.

Nu ben ik zelf officieel gezien geen Systeembeheerder meer (ik noem mijzelf altijd Professioneel Prutser, maar op mijn contract met de NOS/NPO staat Technisch Applicatiebeheerder), maar omdat ik mezelf jarenlang wel die titel heb mogen geven mocht ik toch een stuk hebben.

Mocht u op uw werk ook prutsers zoals wij rond hebben lopen, zorg vandaag dan extra goed voor ons:
http://www.sysadminday.com/

Start the car!

Nu weet ik wel meer niet, maar ik wist echt niet dat Boston zo’n mooie oude haven had. Nou valt de rest van Boston me ook helemaal niet tegen, maar terwijl Regnier en ik zo langs de kade lopen in de redelijk felle lentezon, snap ik ook opeens die televisiereclame waarin een New Yorker even naar Boston komt rijden om een grote kom Clam Chowder te eten, op een terrasje aan het water.

We hebben de auto’s in Cambridge geparkeerd en zijn met de T naar het centrum van Boston doorgereisd. Pas nadat we die reis maken beseffen we ons wat voor interessante omgeving dit eigenlijk is. Harvard University, het Massachusetts Institute of Technology (MiT dus), kantoren van IT grootheden als EMC en Sun, maar ook dat van onze eigen werkgever Genuity, het voormalige BBN. Wat er allemaal in dat laboratorium aan 10 Moulton Street in Cambridge is ontwikkeld, heeft toch een belangrijke rol gespeeld in de doorontwikkeling van E-mail, ARPANet en Internet. En verder hebben ze er een lekkere pastasalade en Lemon Merengue Pie, ook belangrijk!

“Staaaoojjt duuh kaaaoojjj!”

Als we verzamelen in een restaurantje even verderop in Boston, imiteren we allemaal systeembeheerder Jamie, een van de mensen die ons vandaag heeft rondgeleid in de laboratoria en datacenters in Cambridge. Hij legt ons uit hoe het typische Bostonian Accent samengevat kon worden in dat korte zinnetje (“Start the car.”). Logistiek medewerker Jay is met ons mee, en laat ons horen dat hij ook al jaren in Boston woont.

We gaan het tweede weekend van onze tijd in de Verenigde Staten in, en we hebben al wat plannen gemaakt. In ieder geval naar Gloucester, het havenstadje waar delen van de film ‘The Perfect Storm’ waren opgenomen, en naar Cape Cod. Dat is wel een hele rit, maar zelfs als we dat niet halen hebben we in ieder geval een mooi stuk kust meegepakt, misschien zelfs met uitzicht op Nantucket. Omdat we allemaal wat extra gereedschap nodig hebben maken we ook nog een tussenstop bij de Home Depot, en kopen allemaal een klein oranje schroevendraaiersetje van Black & Decker.

We sluiten de avond af in een cafe ergens op een hoekje in Cambridge. Ik ben nog net geen 21, maar zie er ouder uit, dus aangezien er nergens om identificatie wordt gevraagd kan ik gewoon vrolijk meedrinken. Aangezien dat erg bevalt, sluiten we de opvolgende avond af op het terras bij ons hotel in Burlington, dat op een heuveltje ligt en een mooi uitzicht heeft op het stadje. De sterke drank houden we netjes in de papieren bruine zak verborgen, zoals dat hier hoort.

Een heuveltje verderop herbergt de locale bioscoop van Burlington. Na wat lange ritten en wat rondgehang hebben we geen puf meer om echt iets actiefs te doen, dus besluiten we maar een filmpje te gaan pakken. Bij gebrek aan beter wordt het “Pearl Harbor”. Zoals het een rechtgeaarde Amerikaan betaamt gaan we met de auto, en ik rijd stiekem ook een stuk. “Start the car!” Aangezien ik verder niet voetgangers schep of de auto vol in het Victoria Station restaurant onderaan de heuvel parkeer, besluit ik dat het wel goed ging.

Tot nu toe beviel Amerika me dus uitstekend. Alleen dat Pearl Harbor, da’s wel jammer… (vrij naar “I miss you more then Michael Bay missed the mark when he made Pearl Harbor”)