Start the car!

Nu weet ik wel meer niet, maar ik wist echt niet dat Boston zo’n mooie oude haven had. Nou valt de rest van Boston me ook helemaal niet tegen, maar terwijl Regnier en ik zo langs de kade lopen in de redelijk felle lentezon, snap ik ook opeens die televisiereclame waarin een New Yorker even naar Boston komt rijden om een grote kom Clam Chowder te eten, op een terrasje aan het water.

We hebben de auto’s in Cambridge geparkeerd en zijn met de T naar het centrum van Boston doorgereisd. Pas nadat we die reis maken beseffen we ons wat voor interessante omgeving dit eigenlijk is. Harvard University, het Massachusetts Institute of Technology (MiT dus), kantoren van IT grootheden als EMC en Sun, maar ook dat van onze eigen werkgever Genuity, het voormalige BBN. Wat er allemaal in dat laboratorium aan 10 Moulton Street in Cambridge is ontwikkeld, heeft toch een belangrijke rol gespeeld in de doorontwikkeling van E-mail, ARPANet en Internet. En verder hebben ze er een lekkere pastasalade en Lemon Merengue Pie, ook belangrijk!

“Staaaoojjt duuh kaaaoojjj!”

Als we verzamelen in een restaurantje even verderop in Boston, imiteren we allemaal systeembeheerder Jamie, een van de mensen die ons vandaag heeft rondgeleid in de laboratoria en datacenters in Cambridge. Hij legt ons uit hoe het typische Bostonian Accent samengevat kon worden in dat korte zinnetje (“Start the car.”). Logistiek medewerker Jay is met ons mee, en laat ons horen dat hij ook al jaren in Boston woont.

We gaan het tweede weekend van onze tijd in de Verenigde Staten in, en we hebben al wat plannen gemaakt. In ieder geval naar Gloucester, het havenstadje waar delen van de film ‘The Perfect Storm’ waren opgenomen, en naar Cape Cod. Dat is wel een hele rit, maar zelfs als we dat niet halen hebben we in ieder geval een mooi stuk kust meegepakt, misschien zelfs met uitzicht op Nantucket. Omdat we allemaal wat extra gereedschap nodig hebben maken we ook nog een tussenstop bij de Home Depot, en kopen allemaal een klein oranje schroevendraaiersetje van Black & Decker.

We sluiten de avond af in een cafe ergens op een hoekje in Cambridge. Ik ben nog net geen 21, maar zie er ouder uit, dus aangezien er nergens om identificatie wordt gevraagd kan ik gewoon vrolijk meedrinken. Aangezien dat erg bevalt, sluiten we de opvolgende avond af op het terras bij ons hotel in Burlington, dat op een heuveltje ligt en een mooi uitzicht heeft op het stadje. De sterke drank houden we netjes in de papieren bruine zak verborgen, zoals dat hier hoort.

Een heuveltje verderop herbergt de locale bioscoop van Burlington. Na wat lange ritten en wat rondgehang hebben we geen puf meer om echt iets actiefs te doen, dus besluiten we maar een filmpje te gaan pakken. Bij gebrek aan beter wordt het “Pearl Harbor”. Zoals het een rechtgeaarde Amerikaan betaamt gaan we met de auto, en ik rijd stiekem ook een stuk. “Start the car!” Aangezien ik verder niet voetgangers schep of de auto vol in het Victoria Station restaurant onderaan de heuvel parkeer, besluit ik dat het wel goed ging.

Tot nu toe beviel Amerika me dus uitstekend. Alleen dat Pearl Harbor, da’s wel jammer… (vrij naar “I miss you more then Michael Bay missed the mark when he made Pearl Harbor”)

The Big Apple

“Wow!”

Roger en ik kijken een beetje overdonderd naar de grote rode Amerikaanse huurauto die voor ons is geregeld. We staan bij Boston Logan airport, en hebben hier in de buurt zo’n 2 weken cursussen gevolgd in Burlington, Woburn en Cambridge, en ondertussen heel wat van de omgeving gezien. Sebastiaan en Coen zijn richting zonnigere oorden vertrokken, Regnier en Jolanda zijn weer op weg naar Nederland, en Roger en ik moeten nu naar Carteret, New Jersey. Een tiental kilometer van New York af, onder de rook van Newark.

Er waren eigenlijk al allerlei vluchten ons geboekt, maar Roger en ik hadden het plan opgevat om de trip Boston – New Jersey fijn met de auto te maken. Dat scheelt een hoop frustraties op de luchthaven, en Roger heeft het eigenlijk niet heel erg op vliegen. Let wel, dit was in juni 2001, dus nog enkele maanden voordat 11 september plaatsvond. Dat het KLM toestel dat ons weer naar Amsterdam bracht inderdaad vanaf Newark was vertrokken, maakt het alleen maar toevalliger.

Carteret blijkt een saai, grijs en lelijk industriestadje te zijn, met wat huizen, heel veel olietanks en natuurlijk een McDonalds. We verblijven de komende tijd in het Holiday Inn, wat we al snel ‘Trucker’s Inn’ dopen, want de parkeerplaats staat echt vol met vrachtwagens. De enige andere ‘normale’ auto die er staat, blijkt van de manager van onze vestiging in Carteret te zijn, Glenn. Hij is hier net als interim naartoe gehaald, en verblijft ook in dit hotel.

Na veel onderhandelen met Roger (ik had toen mijn rijbewijs nog niet) komen we overeen toch een dagje naar New York te gaan. Wie weet hoe lang we hier niet meer in de buurt zouden komen, en daar is Roger het eigenlijk wel mee eens, alhoewel ik enige vertwijfeling in zijn blik zie als we New York binnenrijden en hij direct allerlei gele taxi’s moet ontwijken die levensgevaarlijke capriolen uithalen. We vinden uiteindelijk een parkeergarage waar we het rode Amerikaanse gevaarte stallen, en beginnen aan onze wandeling door de stad die nooit slaapt.

Dit is het dus. Times Square, 42nd Street, Broadway, Fifth Avenue. Hoe nuchter ik ook ben, een enorm gevoel van blijdschap en spanning maakt zich van mij meester, terwijl ik daar midden in Manhattan sta. Ik klik wat met mijn fototoestel en Roger maakt een opmerking over de dikke mensen die er hier op straat rondlopen. Ons dieet van de afgelopen weken bestond uit McDonalds, Dunkin’ Donuts, Subway’s, Finagle a Bagel en trips naar de Mexicaan waar we veel te grote borden Chicken Nacho’s als lunch kregen voorgeschoteld. Met extra Sour Cream, natuurlijk.

We lopen verder en zien de MTV Studio’s met uitzicht op Times Square, het Ed Sullivan Theatre waar elke avond The Late Show with David Letterman wordt opgenomen, en komen ook allerlei andere gebouwen van NBC en CBS tegen. We slaan wat souvenirs in en kijken op de klok. We hebben toch al meer uren hier in de stad doorgebracht dan we dachten, en keren terug richting ons hotel.

Naar New York toe rijden is best makkelijk vanuit New Jersey, maar New York uitrijden en denken dat je makkelijk wel een willekeurige straat en/of brug kan pakken en rustig je weg terug kunt vinden, dat is een redelijke vergissing. Hoe we het voorelkaar krijgen weet ik niet, maar we rijden opeens langs JFK Airport, vragen de weg bij een tankstation in Queens, herinneren ons dat we over de George Washington Bridge waren gekomen (dwars door Fort Lee, waar we het CNBC gebouw hadden gezien), moeten op zoek naar de Tappan Zee Bridge of de Holland Tunnel en rijden uiteindelijk over de Verrazano Bridge. Daarna rijden me nog een hele tijd door onbekend terrein op zoek naar de New Jersey Turnpike, want dat is de enige weg in New Jersey die we nog een beetje zouden herkennen.

Roger en ik klagen tegen elkaar dat het wel erg idioot is dat nou die ene afslag naar Tappan Zee Bridge (laten we het even afslag 16 noemen) nergens te vinden was en dat we alleen konden kiezen tussen 15 en 17. We betalen weer tol om de Turnpike op te mogen en keren een stuk later dan verwacht terug in ons hotel. Zo hebben we tenminste toch nog een heel stuk New York en New Jersey gezien. Als we met onze koffers op Newark Airport staan vertel ik Roger dat ik ooit nog wel een keer terug wil naar New York, maar dan voor meerdere dagen. We zijn het er al snel over eens dat hij dan niet met mij meegaat. Leaving New York is never easy.