Coden. En dus niet coderen, wat ik wel eens gebruikt zie worden. Coderen doe je met encryptiesleutels, of met stickers als je weet dat Rob Geus binnenkort je afzuigkap, koelkastrubbertjes, vriezer en frituurvet komt inspecteren. Noem het dan gewoon programmeren. Alhoewel, dat is ook bepalen wat er vanavond op NPO 1 te zien is. Moving on.
Instructies geven aan een computer doe ik al sinds 1988, toen ik mijn eerste computer, een Commodore 64, kreeg. Dat ding spreekt BASIC, en met de hulp van wat uit de bibliotheek geleende boeken kwam ik er al snel achter wat er allemaal mogelijk was. (Totdat ik uit bepaalde boeken vooral de code bleek over te tikken en we toen maar de grote bijbehorende 5 1/4 inch floppy bij de uitgever hebben besteld). Op de PC ging ik daarmee door in GW BASIC, QBasic en uiteindelijk Quick BASIC (met wat uitstapjes naar Turbo Basic / Power Basic).
Toen was daar het internet. Opeens moest ik HTML, CSS en JavaScript gaan leren. Voor The Cosmos: a Search for Life hebben we zelfs dingen met DHTML inelkaar gezet (Flash, wat is dat?), video’s opgenomen met een Hi8 camcorder en omgezet naar RealVideo in postzegelformaat (WMV? H264? Nooit van gehoord!) en heb ik de vormgeving inelkaar gezet met DeluxePaint (u misschien nog bekend van Guybrush Threepwood, inderdaad, de hele Secret of Monkey Island is ook in dat programma gemaakt). Alleen het plaatje op de voorkant had ik bijelkaar geharkt in Corel PhotoPaint. Toentertijd dacht ik dat CorelDRAW en de rest van de Corel suite het vast wel gingen redden, en liet ik Adobe even links liggen. Oeps.
Toen rolde ik het IT beheer in. Nu moet ik wel zeggen, bij mijn eerste echte werkgever hadden ze veel Perl. Heel veel Perl. Misschien wel iets teveel Perl. En ook bij latere opdrachtgevers bleef Perl maar terugkomen, met steeds meer PHP. Ik bladerde allerlei tutorials, boeken, PDFs en andere zaken door om ze een beetje onder de knie te krijgen, en maakte ondertussen ook kennis met Python, Ruby, maar ook Java, C en een hint van C++ (proberen daar maar eens aan te ontkomen als je Unix en Linux systemen beheert).
Tegenwoordig heb ik veel te maken met websites die gebouwd zijn in Ruby on Rails, en webapplicaties die gebruik maken van JQuery, AngularJS en meer van dat soort frameworks. Documentatie te over te vinden op het internet (mijn nieuwe bibliotheek, zeg maar), maar waar trek ik snel even een set aan relevante oefeningen en uitleg vandaan? Toen herinnerde ik me een site waar ik ooit wel eens snel wat vingeroefeningen met Ruby had gedaan: CodeAcademy. En ja hoor, daar stonden kant en klaar cursussen klaar voor Ruby on Rails, AngularJS, JQuery, ik kon er mijn roestige HTML & CSS skills weer wat ophalen en er staan tegenwoordig zelfs korte oefeningen bij om bekende Internet API’s aan te spreken.
Nu ik weer weet dat websites tegenwoordig heel anders werken dan mijn statische HTML pagina uit 1998, kan ik me weer richten op een ander interessegebied: apps. Aangezien ik allang XCode op al mijn Macs heb staan en ik dagelijks gebruik maak van een iPhone (hm, en niet meer dagelijks de iPad, interessant), is het niet heel erg gek om nog eens een blik te gaan werpen op zaken als Swift, Objective C en Cocoa.
Ik ben geen programmeur, maar een beheerder (en bovenal een nerd), maar ik snap wel graag wat ik voor me zie en waar ik dagelijks mee te maken heb. Op internet kun je van allerlei verschillende site brokjes informatie afplukken om die zaken te gaan snappen, maar soms is het erg fijn dat er een site is als CodeAcademy die dat netjes op een centrale plek verzamelt.