Regelmatig zeg ik tegen de eigenaar van een ISP uit de Drechtstreek, dat als ze op het Brainpark of Rivium waren gaan zitten in plaats van Sliedrecht, Alblasserdam of Papendrecht, ik subiet mijn spullen had ingepakt en bij ze was gaan werken. Maar wat is dat toch met het Brainpark? Tja…
“Ik ben op weg naar kantoor.”
Erg vreemd om dat te zeggen tegen oud-klasgenoten. Terwijl ik afscheid neem van Siebren op Centraal Station merk ik op dat ik het toch nog niet normaal over mijn lippen krijg. Ik had het vorige week ook al geoefend, want toen zat Jantien bij me in de metro, op weg naar de Politieacademie.
Zo, op naar de tram. De keuze van trams richting kantoor was simpel, de 4 langs de Noordsingel, of de 6 langs de Zaagmolendrift en de Zaagmolenstraat. De 4 dus. Terwijl ik instap meen ik een van de drie HRO studentes die vanaf het Stationsplein richting Centraal Station lopen te herkennen. Iets korter haar, donkere jas. Nou ja, het zal wel.
Ik stap het kantoor binnen en groet iedereen. Wernher zit er, onze huisallochtoon. De Zuid-Afrikaan zit druk aan databases te bouwen, en stuurt per abuis een mailtje over Microsoft SQL richting een MySQL mailinglist. Naast hem zit Lennart, de luidruchtige student uit Hoek van Holland, te klussen aan ons geimproviseerde Intranet. Aan de andere kant van de kamer staren Marlon en Amsterdammer Rogier gebiologeerd naar het scherm van een van de Dell laptops. Druk bezig met de vormgeving voor een educatieve site met online literatuur.
Als ik door de tussenkamer annex lunchruimte loop, langs onze zoemende kantoorserver, zie ik Aimee al zitten in de directiekamer. Ook haar groet ik. Een rustig dagje dus vandaag. Op een drukke dag zou de kring in de voorkamer volledig bezet zijn, en zou je ook in de directiekamer nauwelijks nog een extra iemand kwijt kunnen.
Ik open een van de documenten waar ik al een tijdje aan werk. Begint onze grootheidswaanzin toe te slaan? Dat heeft het allang gedaan, besluit ik. Vrolijk tik ik verder aan het document, waarin beschreven wordt hoe het bedrijf qua kantoorruimte verder moet gaan groeien. Op korte termijn nemen we een optie op de overige naastgelegen winkelpanden aan de Bergweg – op de lange termijn is onze wens het bouwen van een volledig nieuw pand met datacenter, natuurlijk op het Brainpark, waar anders.
Terwijl ik de nieuwste versie van het document opsla en wat om me heen kijk, vraag ik me af hoe belachelijk dit voor anderen zou lijken. Vorig jaar wilden we hulp voor het schrijven van een businessplan om een lening te krijgen voor zo’n 10 a 15.000 gulden. Daar zouden we deze maand het personeel niet eens van kunnen betalen.
Ik kom weer tot mezelf en tik verder. Er moeten natuurlijk wel parkeerplaatsen bij dat gebouw op het Brainpark…